top of page

5 veelvoorkomende fouten in academisch schrijven en hoe je deze kunt vermijden

Academisch schrijven is een vak apart. Of je nu werkt aan een scriptie, onderzoeksverslag of paper: er zijn een paar valkuilen waar veel studenten (en stiekem ook ervaren schrijvers) in trappen. Gelukkig kun je met een paar simpele inzichten en tools al veel verbeteren.


In dit artikel bespreek ik vijf veelvoorkomende fouten én geef ik je tips om ze voortaan moeiteloos te vermijden.


 

1. Onduidelijke of te lange zinnen


Veel studenten denken dat academisch schrijven per definitie ingewikkeld moet zijn. Resultaat: lange zinnen met veel bijzinnen, overbodige woorden en een hoop verwarring.


Voorbeeld van een lastige zin:

“Het onderzoek, dat zich richtte op de implementatie van zorgtechnologieën binnen intramurale settings, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve data werden verzameld, toont aan dat…”


Zo kan het ook:

“Dit onderzoek richtte zich op zorgtechnologie in intramurale settings. Er werd gewerkt met zowel cijfers als interviews.”


Tip: Houd het helder. Eén gedachte per zin. Lees hardop voor om te checken of het natuurlijk klinkt.

 

2. Bronvermelding vergeten of verkeerd gebruiken


Niets zo frustrerend als een scriptie vol waardevolle informatie… zonder goede bronvermelding. Of erger: bronvermeldingen die niet kloppen. Dit kan leiden tot aftrekpunten of zelfs plagiaatbeschuldigingen.


Tip: Gebruik een referentie-manager zoals Zotero, Mendeley of Word’s ingebouwde bronbeheer. Kies één stijl (APA, MLA, Chicago) en houd je daaraan.

Extra tip: Zet bij elke aantekening direct de bron erbij. Dan hoef je aan het eind niet te gissen waar je iets vandaan had.


 

3. Plagiaat (vaak onbewust)


Veel studenten denken: “Maar ik heb het in mijn eigen woorden gezet!” – en realiseren zich niet dat ook een parafrase bronvermelding vereist. Plagiaat is niet alleen letterlijk knippen en plakken.


Tip: Check jezelf met een plagiaatchecker (zoals Scribbr of Quillbot met citation check) en zorg dat je altijd duidelijk maakt welke informatie je uit een bron hebt gehaald.
 

4. Gebrek aan structuur en logische opbouw

Je kunt nog zo goed schrijven, maar als je lezer de draad kwijt is, komt je boodschap niet over. Veel studenten husselen inleiding, achtergrond, resultaten en discussie door elkaar, of geven geen duidelijke kopjes.


Gebruik een heldere structuur zoals:

  1. Inleiding

  2. Theoretisch kader

  3. Methode

  4. Resultaten

  5. Discussie

  6. Conclusie


Werk met tussenkopjes en zorg dat elk onderdeel antwoord geeft op een specifieke vraag.


 

5. Te subjectief of te informeel schrijven


In een academische tekst draait het om helder redeneren, niet om jouw persoonlijke mening of spreektaal. Zinnen als “Ik vond het opvallend dat…” of “Zoals je ziet in tabel 1” passen hier minder goed.


Tip: Gebruik objectieve taal. Vermijd ‘ik’, ‘wij’, en spreek de lezer niet aan. Schrijf in plaats daarvan: “Uit de resultaten blijkt…” of “Tabel 1 toont aan dat…”.

 

Tot slot

Academisch schrijven leer je door het vaak te doen én feedback te krijgen. Zie het als een vak: met aandacht en oefening word je er steeds beter in. Weet je niet zeker of je op de goede weg zit? Laat je tekst nakijken of vraag een coach om feedback.


En onthoud: schrijven hoeft niet saai te zijn – ook academisch niet. Duidelijkheid, structuur en goede bronvermelding maken jouw verhaal alleen maar sterker.


Extra hulp nodig bij je scriptie of paper?

Boek een sessie bij SchrijfSpa voor persoonlijke schrijfcoaching, structuuradvies of een schrijfboost. Samen tillen we je tekst naar een hoger niveau.



Comments


bottom of page